Het Nederlands Elftal is sinds 1905 het belangrijkste vertegenwoordigende voetbalteam van ons land. Op 30 april van dat jaar werd de allereerste officiële interland gespeeld, tegen buurland België. Zo’n 120 jaar later zijn daar ruim 850 interlands bij gekomen. Oranje schreef geschiedenis in de gewonnen EK-finale van 1988 en verloor driemaal de WK-finale. Zo’n 51% van de duels werden gewonnen, 27% ging verloren en de overige 22% duels eindigden in een gelijkspel. Beslissende wedstrijden van Nederland op de eindtoernooi worden door meer dan de helft van de bevolking live gekeken.
In de beginjaren van het Nederlands Elftal waren de Olympische Spelen nog het enige landentoernooi voor voetbalploegen. Achtereenvolgens in 1908, 1912 en 1920 eindigde Oranje op de derde plek van dat toernooi, goed voor driemaal een bronzen medaille. Op het mondiale toneel verloor Nederland de voorsprong die het aanvankelijk had door de vroege Engelse invloeden. Het WK van 1934 in Italië eindigde al na één duel met een nederlaag tegen Zwitserland. Ook het WK van 1938 was van korte duur. Het was de tweede van in totaal elf deelnames aan dit toernooi.
In de jaren ’50 liep het Nederlandse voetbal steeds verdere achterstanden op omdat de KNVB lange tijd weigerde toe te geven aan de roep om profvoetbal. Met louter amateurspelers kon Oranje geen potten breken en zo gingen de jaren ’50 en ’60 redelijk roemloos voorbij. In de jaren ’70 maakte het Nederlands Elftal onder aanvoering van Johan Cruijff en onder leiding van trainer Rinus Michels een glorieperiode door. Wegens het verlies van de WK-finales in 1974 en 1978 waren het geen gouden, maar zilveren jaren. Toch kreeg Nederland wereldwijd lof wegens het ‘Totaalvoetbal’.
In 1988 kwam het grootste voetbalsucces dat een Nederlands landenteam heeft meegemaakt. In de slipstream van de recente Europa Cup I-zege van PSV werd Oranje Europees Kampioen in West-Duitsland. In de finale werd afgerekend met de Sovjet-Unie: 2-0. Ruud Gullit en Marco van Basten waren de makers van twee historische treffers in het Olympiastadion in München. In de jaren ’90 wist Nederland op het WK geregeld ver te komen, maar net als op de EK’s van 1992, 1996 en 2000 moest Oranje het geregeld afleggen na strafschoppen.
Op het EK van 2004 in Portugal wist Nederland eindelijk eens een strafschoppenreeks te winnen. In 2010 was Nederland – net als respectievelijk 36 en 32 jaar eerder – heel dicht bij de wereldtitel. In de finale in Johannesburg bleek na West-Duitsland en Argentinië nu Spanje nipt te sterk. Nederland is na drie verloren finales het land dat het vaakst in de eindstrijd stond, maar nog nooit won. Op het WK in 2014 in Brazilië werd Oranje derde. Op het EK stond Nederland vijfmaal op het podium. Het neemt in 2024 voor de elfde keer deel aan een eindronde, in Duitsland. In 80% van de eerdere deelnames werd in ieder geval de poulefase overleefd.
Sinds 2019 wordt er in de oneven jaren een nieuw continentaal toernooi gespeeld, de UEFA Nations League. Bij de eerste editie eindigde Nederland als tweede. Op de wereldranglijst, die sinds 1992 wordt bijgehouden door de FIFA, stond Nederland in 2011 enkele maanden bovenaan. Wesley Sneijder is met 134 interlands de recordinternational. Robin van Persie is met zijn 50 treffers in 102 duels de topscorer aller tijden. Onder anderen Bob Glendenning, Rinus Michels, Dick Advocaat, Guus Hiddink, Louis van Gaal en Ronald Koeman hadden het vlaggenschip van Oranje meerdere malen onder hun hoede als bondscoach.